Week tegen Pesten op School
Deze week staat in het teken van de Week Tegen Pesten, met het thema ‘Denk ff na! als het om geklets gaat’. Dit belangrijke onderwerp krijgt extra aandacht via verschillende activiteiten. In de klas wordt een openingsvideo bekeken en besproken. Leerlingen gaan ook op andere manieren met het thema aan de slag, zoals het spelen van een fluisterspel, het schrijven van positieve boodschappen, en het uitvoeren van activiteiten tijdens mentoruren. Daarnaast betrekken sommige scholen ook ouders door hen een lijst met activiteiten te geven die ze met hun kinderen kunnen doen om het gesprek over pesten te stimuleren.
Pestprotocol
Alle leerlingen moeten zich veilig en vertrouwd voelen op school. In de klassen wordt veel aandacht besteed aan positieve groepsvorming, welbevinden en sociale vaardigheid. Met een actieve aanpak op het gebied van pesten proberen wij pestgedrag uit te sluiten binnen de school. Deze aanpak is vastgelegd in het pestprotocol. Daarnaast zijn er op de scholen één of meerdere anti-pestcoördinatoren. Maar er zijn natuurlijk ook algemene regels om ruzies en pesten te voorkomen, zoals:
1. Niemand uitschelden
2. Niet gelijk met een oordeel klaar staan
3. Niemand buitensluiten
4. Luisteren naar elkaar
5. Van elkaars spullen afblijven
Pesten omvat langdurig verbaal of fysiek geweld, maar kan ook betekenen dat iemand genegeerd of buitengesloten wordt. Wanneer leerlingen ruzie hebben of gepest worden, proberen zij eerst zelf een oplossing te vinden. Als dat niet lukt, hebben ze het recht om het probleem aan de mentor voor te leggen. De mentor organiseert een gesprek om de situatie op te lossen en nieuwe afspraken te maken. Bij herhaaldelijk pestgedrag zal de mentor duidelijk stelling nemen en in gesprek gaan met de betrokken leerlingen.
Gezamenlijke Verantwoordelijkheid
Het pestprotocol alleen is niet voldoende; het is belangrijk om groepsprocessen te volgen, leerlingen bewust te maken van de gevaren van pestgedrag en hen weerbaarder te maken. Mentoren spelen hierin een centrale rol, maar alle personeelsleden zijn belangrijk. Diverse programma's zoals Kanjertraining en Rots en Water ondersteunen de leerlingen. Daarnaast bieden de scholen ook trainingen aan voor sociale vaardigheden en faalangst. Elke school beschikt over een schoolmaatschappelijk werker en er kan beroep gedaan worden op een schoolpsycholoog. Het is cruciaal dat het inschakelen van een leerkracht niet als klikken wordt gezien. Leerlingen mogen hulp vragen aan de mentor als ze worden gepest of ruzie hebben. Iedereen is verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep.