Overslaan en naar de inhoud gaan
Title
Trier

De route naar Trier was daarna best een beetje spannend, maar leverde ook prachtige uitzichten op ondergesneeuwde heuvellandschappen op. Dat het aan het eind van de rit in Trier vooral regende viel dus wel even tegen: geen sneeuw om in rond te stappen. Door het slechte weer was ook nog eens het gewenste restaurant dicht. Het restaurant om de hoek van het hostel was gelukkig een prima alternatief. Bovendien hoefden we daarmee maar een klein eindje terug te glibberen naar het hostel.

De volgende ochtend bleek dat het ‘s nachts behoorlijk gesneeuwd had, dus het verdriet van de vorige dag was al snel vergeten. De Porta Nigra, de iconische zwarte Romeinse stadspoort, lag er daarom ook behoorlijk wit bij. Te glad om van binnen te betreden helaas, maar niet minder indrukwekkend. Door de sneeuw was de tocht naar het museum wat langer dan normaal, maar het maakte opnieuw de foto’s van onder andere het keurvorstenpaleis wel erg Insta-waardig. Uiteindelijk bereikten we ook gewoon het museum, met slechts één door het ijs gezakte kletspoot.

Om de hoeveelheid informatie aldaar enige richting te geven, besloten we onder het superspecifieke thema ‘identiteit’ naar de verschillende museumstukken te kijken. Daarbij konden we (bijna letterlijk) niet om de gigantische grafmonumenten heen, waarmee de steenrijke Romeinen voor het laatst zichzelf konden laten zien aan de buitenwereld. De goudschat paste eigenlijk niet in het thema, maar is gewoon te tof om over te slaan. Dat er enkele jaren geleden een poging is gedaan om die muntschat te stelen, verklaart wellicht de strenge blik en woorden van het museumpersoneel. We moesten absoluut bij elkaar blijven in één groep, ook al was het museum verder uitgestorven.

Een lunchpauze later troffen we elkaar weer voor het Karl Marx Haus. De beste man zal trots zijn geweest vanuit zijn graf dat het proletariaat (in de vorm van enkele leerlingen) ook anno 2024 in opstand kwam tegen de bourgeoisie (in de vorm van meneer Gildemeester). Geen hamers en sikkels, wel sneeuwballen. 
Ik heb vernomen dat meerdere leerlingen dit museum het inhoudelijke hoogtepunt vonden, enigszins tegen het zere been van de docent klassieke talen, maar ook wel begrijpelijk. De andere musea waren toch wat suffer vormgegeven dan dit recent opgeknapte geboortehuis van Marx. Wellicht nog belangrijker: de bordjes waren in het Engels.

Wat de leerlingen uitspookten op hun vrije middag is niet geheel bekend bij de reisleiding, die dat vooral moest zien af te leiden uit de gedeelde live-locatie. Er lijkt te zijn gewinkeld, gerust in het hostel en gezwommen in de Moezel, al zal dat laatste wel een synchronisatie- foutje van Google zijn geweest. Over het vrije avondeten weten we meer, maar daarvoor is de Digimarge niet het aangewezen medium.

We eindigden de reis met een bezoek aan de imposante Domkerk, waar we van alles hoorden over de talloze bouwstijlen, de niet helemaal echte jurk van Jezus en de (matige) waardering van de aanwezige moderne kunst. En hoewel het ommetje door de kloostergang berekoud was, deed de plek zo aan Zweinstein denken dat het de moeite waard was.

 

Fabian Verkerke, docent Latijn, Grieks en KCV